Bollywood en pikant eten. Dat zijn vast de associaties die je brein spuwt wanneer iemand je vraagt aan India te denken. Reusachtig stereotype-alarm, ja, maar toch was dat ook een beetje waar ik me aan verwachtte toen ik op een grijze zaterdagavond het Leuvense Wagehuys binnenwandelde voor het Indische lentefeest ‘Chalchitra’. Gelukkig zijn stereotypen er om ontkracht te worden. Of uh, toch op z’n minst om vervangen te worden door iéts menselijkere labels.
Aan het onthaal staat een breed glimlachende Indische vrouw iedereen welkom te heten. Een tikkeltje jaloers aanschouw ik het kleurrijke, extravagante gewaad dat ze draagt. “Oh, dit? Dit is een Sari, maar nog niet eens mijn mooiste”, vertelt ze me vrolijk. “Voor Indische vrouwen is dit de doorsnee feestkledij, hoor.” En dan blijven wij westerlingen maar variaties op onze ‘little black dress’ bedenken.
Een honderdtal mensen vullen de feestzaal. Naast Belgische nieuwsgierigen en India-fans zijn er een heleboel Indische studenten en gezinnetjes, die de zaal verkleurrijken met hun Indische klederdracht. Veel van hen maken deel uit van de Indian Students Association Leuven (ISAL), die sinds 1972 een thuishaven vormt voor de Indische community in Leuven. Ondertussen telt de associatie al bijna duizend (!) leden, studenten en niet-studenten, voor wie ze doorheen het jaar talloze Indische activiteiten en feesten op poten zet. Een beetje een anti-heimwee-associatie, dus.
En jawel: Bollywood en pikant eten
Tijd voor een pre-show snack! De Indische jongens achter het buffet grinniken wanneer ze me verdwaald in de potten zien staren. Eén van hen schiet me met een typisch Engels-met-Indisch-accent hartelijk te hulp. “Dit driehoekig gebakje is een klassieke Indische samosa, gevuld met aardappelen en erwten. En hier heb je er wat van de kikkererwtencurry bij – speciaal voor de Belgische gasten een niet te pikante versie”, zegt hij glimlachend. “Hm, de groene chili zal ik je maar niet geven. Zéér spicy. En tot slot wat yoghurt, voor de frisheid.” Het door-en-door Indisch gerechtje is helemaal vegetarisch, en dat is waarschijnlijk geen toeval. India is dan ook het land met ‘s werelds laagste vleesconsumptie. Maar liefst een derde van alle Indiërs is dan ook vegetarisch, meestal om religieuze redenen. Een andere Indische jongen duwt me nog een bekertje mango-yoghurt in de handen. “Zelfgemaakt”, verkondigt hij trots. Ik durf te wedden dat India ook het land is met ’s werelds hoogste yoghurt-consumptie.
Na die verrassend lekkere maaltijd – mijn leven heeft duidelijk nood aan meer samosa’s – start de culturele show. We krijgen een introductie tot Indische cultuur voorgeschoteld, oftewel een mengelmoes van Indische dans, muziek, humor en film. Een klein jongetje (ja, echt!) opent de show met een hyperactief dansnummer, waarna mannen en vrouwen het van hem overnemen. Hun handbewegingen zijn even sierlijk en precies, hun gewaden even zwierig en eye-catching en hun gezichtsuitdrukkingen even expressief en speels als die van de Bollywood-professionals die ik al op televisie zag. De koppeldansen zijn een melodramatisch spel van aantrekken en afstoten, en in een humoristische sketch wordt er rond een “tree of Bollywood” gedanst, als referentie naar een oudere traditie waarbij koppeltjes in Bollywoodfilms steeds verlegen rond een boom dansten. Kijk eens aan, we leren nog iets!
Cultureel verantwoord India
Een muzikaal intermezzo is er ook, door een Indisch bandje uit Leuven. Met z’n zessen spelen ze enkele nummers, begeleid met gitaar en piano, maar ook met traditionele trommeltjes, of ‘tabla’, en een soort van Indische dwarsfluit, een ‘venu’. De krullerige en uitzonderlijk hoge zanglijnen zorgen voor extra authentieke vibes , tot opeens ook beatboxen en drumsolo’s aan de mix worden toegevoegd. Een beetje oud en nieuw, een beetje Indisch en Westers – yay voor geslaagde culturele huwelijken!
De show wil daarnaast vooral aandacht besteden aan de Indische filmcultuur. Logisch, want er worden in India maar liefst duizend films per jaar gemaakt, waarmee het land ’s werelds grootste filmproducent is. Inderdaad, zelfs groter dan het almachtige Hollywood. Met enkele sketches keren ze terug naar de oorsprong, want ze brengen het verhaal van Dadasaheb Phalke, “de vader van de Indische cinema”. Zijn stille film “Raja Harishchandra” uit 1913 staat gekend als de allereerste Indische langspeelfilm. We krijgen te zien hoe hij wanhopig op zoek gaat naar een actrice voor de vrouwelijke hoofdrol, maar niemand vindt en uiteindelijk voor een man kiest. Ach ja, toch een A for effort.
Voorbij de stereotypes
En dan breekt het einde van de show aan, en krijgen alle vrijwillige medewerkers van ISAL een staande ovatie, die ze trots, maar ook heel bescheiden in ontvangst nemen. Dat zijn ook de twee adjectieven waaronder ik het Indische volk vanaf nu in mijn hoofd zal klasseren: enerzijds trots, magistraal en ietwat extravagant, anderzijds bescheiden, vrolijk en enorm hartelijk. En creatief! En humoristisch! En culinair bekwaam! Niks dan good stuff, basically.
En dan start nu mijn zoektocht naar het Leuvense restaurant met de beste Indische samosa’s. Succeswensen en tips zijn immer welkom.